Vanaf deze les sluit de syllabus aan op de lessen in je Marugoto handboek.
Deze les:
Overzicht
We herhalen ~desu en ~masu.
desu sluit de zin af (als de zin niet eindigt op een werkwoord).
De ontkenning is janai desu.
Een vraag stel je met desu ka.
💡Een nationaliteit is steeds het land + ‘jin’ (mens). Dus een Belg is een persoon van België, een berugii-jin. Een Fransman is een Furansu-jin. Een Nederlander is een Oranda-jin…
💡We vermijden pers. vnw. jij’: anata. De reden hiervoor hoor je in de les, of vind je op de elektronische leeromgeving.
Een werkwoord eindigt op ~masu. In de ontkenning eindigt het op ~masen.
💡In het handboek eindigen de opgaven vaak op ~mashoo. Deze vorm betekent 'laten we...'.
'nani' is het vraagwoord 'wat'.
Voor desu wordt het vraagwoord 'nan'.
mo
Dit partikel betekent ‘ook’. Het partikel vervangt de plaats van andere partikels zoals wa en ga.
Een partikel staat na het woord waar die betrekking op heeft. Vergelijk:
ga
Komt voor dekimasu , na datgene dat je kunt.
Andere functies van dit partikel zien we in de toekomst.
Het werkwoord dekimasu betekent ‘kunnen’.
De ontkenning is dekimasen.
Bij de ontkenning kun je ‘wa’ gebruiken in plaats van ‘ga’, om een contrast aan te duiden.
💡In deze cursus leren we alleen uit te drukken dat we iets kunnen met de constructie: naamwoord ga dekimasu. Je kunt ‘dekimasu’ niet combineren met een ander werkwoord. Als je geïnteresseerd bent in andere opties dan deze constructie met dekimasu, zie dan op je elektronische leeromgeving: ‘geen leerstof, wel leuk om te weten’.
Ontkenning
eindigt op ~masen
Toekomstige tijd
Deze is hetzelfde als de tegenwoordige tijd. We maken een onderscheid door tijdsaanduidende woorden toe te voegen.
Verleden tijd
De verleden tijd is ~mashita. De ontkenning van de verleden tijd is ~masen deshita.
De werkwoordvervoeging, van de woordenboekvoem (grondvorm) naar de vervoegde vorm, is geen verplichte leerstof, maar wel aangeraden als je ook het tweede taaljaar Japans wil doen. De werkwoorden in de kolommen staan ter illustratie.
Zwakke werkwoorden
Deze hebben in de woordenboekvorm (grondvorm) een uitgang op -iru of -eru. Die i of e kunnen klanken zijn, de lettergrepen van het alfabet die eindigen op i of e (ke, ki, se, shi, te, chi, me, mi…)
De laatste ~ru wordt ~masu bij vervoeging.
Woordenboekvorm (grondvorm) | ~masu-vorm | betekenis |
---|---|---|
taberu | tabemasu | eten |
dekiru | dekimasu | kunnen |
miru | mimasu | zien |
oshieru | oshiemasu | aanleren |
Sterke werkwoorden
Er zijn negen uitgangen bij de sterke werkwoorden.
Elk sterk werkwoord eindigt in de woordenboekvorm (de grondvorm) op een ~u-klank. Om het werkwoord te vervoegen, maak je van de ~u-klank een ~i-klank. Hiermee bedoelen we de i-klank van de hiragana-reeks.
De ~u wordt een ~i, de ~ru wordt een ~ri, de ~tsu wordt een ~chi… enzovoort.
~u wordt een ~i
Woordenboekvorm (grondvorm) | ~masu-vorm | betekenis |
---|---|---|
iu | iimasu | zeggen |
kau | kaimasu | kopen |
~ru wordt een ~ri
Woordenboekvorm (grondvorm) | ~masu-vorm | betekenis |
---|---|---|
ganbaru | ganbarimasu | je best doen |
wakaru | wakarimasu | begrijpen, weten |
⚠sommige sterke werkwoorden lijken zwak, maar zijn eigenlijk sterk
Woordenboekvorm (grondvorm) | ~masu-vorm | betekenis |
---|---|---|
kaeru | kaerimasu | terugkeren naar huis |
hairu | hairimasu | naar binnen gaan |
Als het onderscheid tussen sterke en zwakke werkwoorden op ~ru verwarrend is, ga dan het volgende na:
Zwakke werkwoorden hebben altijd een い of え, of een i- of e-klank, voor de ~ru en voor de ~masu.
iru, taberu, miru, dekiru, neru
imasu, tabemasu mimasu, dekimasu, nemasu
Sterke werkwoorden hebben niet per sé een い of え, of een i- of e-klank, voor de ~ru.Ze hebben altijd een ri voor de ~masu.
soru, kaeru, noru
sorimasu, kaerimasu, norimasu
~tsu wordt ~chi
Woordenboekvorm (grondvorm) | ~masu-vorm | betekenis |
---|---|---|
matsu | machimasu | wachten |
tatsu | tachimasu | rechtstaan |
~mu wordt ~mi
Woordenboekvorm (grondvorm) | ~masu-vorm | betekenis |
---|---|---|
nomu | nomimasu | drinken |
yomu | yomimasu | lezen |
~nu wordt ~ni
Woordenboekvorm (grondvorm) | ~masu-vorm | betekenis |
---|---|---|
shinu | shinimasu | sterven |
~bu wordt ~bi
Woordenboekvorm (grondvorm) | ~masu-vorm | betekenis |
---|---|---|
asobu | asobimasu | spelen, amuseren |
erabu | erabimasu | kiezen |
~su wordt ~shi
Woordenboekvorm (grondvorm) | ~masu-vorm | betekenis |
---|---|---|
hanasu | hanashimasu | praten |
kesu | keshimasu | wissen |
~ku wordt ~ki
Woordenboekvorm (grondvorm) | ~masu-vorm | betekenis |
---|---|---|
kiku | kikimasu | luisteren |
kaku | kakimasu | schrijven |
~gu wordt ~gi
Woordenboekvorm (grondvorm) | ~masu-vorm | betekenis |
---|---|---|
isogu | isogimasu | haasten |
oyogu | oyogimasu | zwemmen |
Onregelmatige werkwoorden
Er zijn twee onregelmatige werkwoorden
Woordenboekvorm (grondvorm) | ~masu-vorm | betekenis |
---|---|---|
suru | shimasu | doen |
kuru | kimasu | komen |
De regel voor de vervoeging is dus, in kort:
Zwak: laatste ~ru wordt ~masu.
Sterk: laatste ~u wordt ~imasu.
Onregelmatig: (vanbuiten leren) kuru wordt kimasu en suru wordt shimasu.
Om te achterhalen of een werkwoord zwak, sterk of onregelmatig is, kun je als volgt te werk gaan.
Oefening op de werkwoordsvervoeging van de grondvorm
Dit is een optionele oefening en zend je niet in.
Alternatieve manier om さ en そ te schrijven: Bij さ kun je de tweede lijn doortrekken. Bij そ kun je de bovenkant in twee aparte strepen schrijven