Les 12 : いっしょに いきませんか

Overzicht

kalender

De datum

In het Japans zeggen we eerst het jaar, dan de maand en dan de dag.

Het jaar

Het jaar eindigt op ~ねん. De maanden en de dagen van de maand hebben hun eigen counter.

De maand

Deze counter is niet moeilijk, je telt ze in volgorde en voegt ~がつ toe. Let op voor de uitzonderingen in april, juli en september.

いちがつ

Januari

しちがつ

Juli

にがつ

Februari

はちがつ

Augustus

さんがつ

Maart

くがつ

September

しがつ

April

じゅうがつ

Oktober

ごがつ

Mei

じゅういちがつ

November

ろくがつ

Juni

じゅうにがつ

December


De dag

De counter voor de dagen van de maand is gelijkaardig aan de counter op ~つ.

ついたち

1e dag van de maand

ふつか

2e dag van de maand

みっか

3e dag

よっか

4e dag

いつか

5e dag

むいか

6e dag

なのか

7e dag

ようか

8e dag

ここのか

9e dag

とおか

10e dag

Na de 10e dag eindigen de dagen op ~にち, met enkele uitzonderingen.

じゅういちにち

11e 

はつか

20e 

じゅうににち

12e 

にじゅういちにち

21e 

じゅうさんにち

13e 

にじゅうよっか

24e 

じゅうよっか

14e 

にじゅうしちにち

27e 

じゅうごにち

15e 

にじゅうくにち

29e 

じゅうろくにち

16e 

さんじゅうにち

30e 

じゅうしちにち

17e

さんじゅういちにち

31e 

じゅうはちにち

18e 

じゅうくにち

19e

Een volledig overzicht vind je op hier.

Met dit karaoke-lied leer je de dagen van de maand


💬 Wat is je verjaardag (maand en dag) in het Japans?


💡Leuk weetje: In Japan bestaat er nog een jaartelling, met periodes gebaseerd op welke keizer er regeert. Deze kalender heet ‘wareki’.

Voorbeeld: als je in 1989 na 7 januari geboren bent, ben je van het 1e jaar van de Heisei. Als je in 2000 bent geboren, ben je van het 12e jaar van de Heisei. Als je in 1960 bent geboren, ben je van het 35e jaar van de Showa.


Praten over een event

Een event is een gebeurtenis waarbij ten minste twee of drie personen aanwezig zijn.

Voorbeeld: Een concert, een wedstrijd en een familiefeest zijn events. In je eentje een krant lezen niet.

Events worden gevolgd door が あります。

We beschouwen een event als een actie. Als je de locatie toevoegt, wordt die gevolgd door het partikel で (plaats van actie).


Partikels に en へ

Partikel van richting

Dit partikel geeft net als に een richting aan.

 Je spreekt het uit als え


Meer over

に kan ook een doel aanduiden.

いっしょ

Hier hoort に samen bij いっしょ (samen).


Ergens heengaan met een doel

Deze man gaat ergens heen. We weten niet waarom.

gaan

Deze man gaat ergens heen met een doel: hij is van plan te eten.

gaanmetdoel

De constructie gaat als volgt:

Onderwerp

Doel

werkwoord zonder ~ます(of: de 'masu-zonder-masu')

行きます

Het doel wordt gevolgd door het partikel に. Dit partikel geeft hier het doel aan (niet de tijd, richting...)

Het werkwoord verliest zijn ます-uitgang. Verder blijft het onveranderd.

De ~ます-vorm De 'masu zonder masu' Gaan met een doel
みます みに いきます。
たべます たべ たべに いきます。
ききます きき ききに いきます。

We kunnen ook details toevoegen. Wat is de man van plan te eten?

Het lijdend voorwerp en de bijbehorende を blijven in de ‘wagon’ van het doel.

Onderwerp

voorwerp

Werkwoord

('masu-zonder-masu')

行きます


Tenslotte kun je, als je wilt, ook de richting toevoegen.

gaanmetdoelenrichting

De richting krijgt een aparte ‘wagon’, gevolgd door に of へvoor richting.

Onderwerp は

plaats に/ヘ

voorwerp

werkwoord zonder ~ます

行きます


De plaats kan voor of achter het doel staan.

 

Iemand uitnodigen

Uitnodigen doe je met de vorm ~ませんか ('zullen we niet ...?').

Deze betekent zoveel als ‘zullen we niet?’. De vorm op ~ましょう (‘laten we...') is nogal sterk om iemand uit te nodigen. Vergelijk zelf:

In het tweede voorbeeld duw je de gesprekspartners zowat in een hoekje, ze zullen het moeilijker hebben om nee te zeggen.


Behalve het veranderen van de ~ます verandert er niets aan het werkwoord.

Hier nodigt Persoon A iemand uit om morgen naar de bioscoop te gaan.

Hij gebruikt いっしょに (samen) en een werkwoord op ~ませんか.

zullenwenietgaan

datisgoedlatenwegaan


Een afspraak maken

Afspreken: uitbreiding


Nu je weet hoe je iemand uitnodigt en hoe je een afspraak maakt (les 10), kun je deze combineren tot een volledig gesprek.

A nodigt B uit om naar de bioscoop te gaan.


💬 Spreekpdracht: Maak een afspraak met een medecursist. Ga door met het gesprek tot je een dag en tijdstip hebt gevonden dat voor beiden past.


                        


Katakana: shi, so, tsu, kleine tsu

⚠ ‘shi’, ‘so’ en ‘tsu’ lijken erg op elkaar. Kijk goed naar de schrijfrichting.

 shi’ en ‘tsu’ volgen dezelfde schrijfrichting in katakana en hiragana.

shisotsu

Een andere manier om het verschil te onthouden: シ(shi) glimlacht naar rechtsboven, ツ(tsu) naar linksonder.

💡De kleine tsu werkt net hetzelfde als bij hiragana: de kleine tsu versterkt de volgende medeklinker.


katakanaSa

katakanaTa


Zie ook het overzicht op Marugoto Plus


Extra Quiz

Is er genoeg tijd over aan het einde van de les, dan maken we deze quiz.